1. De lidstaat van identificatie zendt de volgende informatie, inclusief wijzigingen daarin, via het CCN/CSI-netwerk naar de andere lidstaten:
a) gegevens ter identificatie van de belastingplichtige die de niet-Unieregeling gebruikt;
b) gegevens ter identificatie van de belastingplichtige die de Unieregeling gebruikt;
c) gegevens ter identificatie van de belastingplichtige die de invoerregeling gebruikt;
d) gegevens ter identificatie van de tussenpersoon;
e) het aan de belastingplichtige of aan een tussenpersoon toegekende identificatienummer.
2. Het gemeenschappelijk elektronisch bericht in bijlage I wordt gebruikt om de in het eerste lid bedoelde informatie te verzenden, met gebruikmaking van de volgende kolom per geval:
a) kolom B voor de niet-Unieregeling;
b) kolom C voor de Unieregeling;
c) kolom D voor de invoerregeling met het oog op de identificatie van de belastingplichtige overeenkomstig artikel 369septdecies, lid 1, of lid 3, van Richtlijn 2006/112/EG;
d) kolom E voor de invoerregeling met het oog op de identificatie van de tussenpersoon overeenkomstig artikel 369septdecies, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG.
3. De lidstaat van identificatie stelt de andere lidstaten via het CNN/CSI-netwerk onverwijld in kennis met gebruikmaking van het gemeenschappelijk elektronisch bericht als beschreven in bijlage II bij deze verordening, daar waar de belastingplichtige:
a) is uitgesloten van, of verwijderd uit het identificatieregister van een van de bijzondere regelingen, overeenkomstig artikel 363, 369 sexies, of 369 novodecies, lid 1 of lid 3, van richtlijn 2006/112/EG;
b) vrijwillig het gebruik van een van de bijzondere regelingen beëindigt;
c) de lidstaat van identificatie binnen de Unieregeling of de invoerregeling wijzigt.
4. De lidstaat van identificatie stelt de andere lidstaten via het CNN/CSI-netwerk onverwijld in kennis met gebruikmaking van het gemeenschappelijk elektronisch bericht als beschreven in bijlage II bij deze verordening, daar waar de tussenpersoon:
a) uit het identificatieregister is verwijderd, overeenkomstig artikel 369novodecies, lid 2, van richtlijn 2006/112/EG;
b) vrijwillig stopt als tussenpersoon te handelen;
c) de lidstaat van identificatie wijzigt.
5. De individuele btw-identificatienummers die zijn toegekend aan, of, waar van toepassing, met betrekking tot belastingplichtigen krachtens artikel 369octodecies, leden 1 en 3, van richtlijn 2006/112/EG, worden automatisch via een centraal register of een ander betrouwbaar instrument voor het delen van gegevens tussen de lidstaat van identificatie en de andere lidstaten uitgewisseld, zodat de lidstaten op ieder moment over een juist actueel beeld beschikken van de geldigheid van al deze btw-identificatienummers die door alle lidstaten zijn toegekend.